Weerstand in het team?
Weerstand
Heb jij dat ook weleens: dat je weerstand bij jezelf voelt bij het idee van een ander, dat je kortsluiting krijgt omdat de oplossing van een ander in jouw ogen totaal niet kan werken? Of omdat je iets allang een keer geprobeerd hebt, maar dat het in het verleden niet heeft gewerkt? Je kunt van veel zaken weerstand krijgen. Vaak ligt hier de zeer menselijke beleving aan ten grondslag dat je het idee of de oplossing niet zelf hebt bedacht.
Weerstand is een dynamiek die zich moeilijk laat veroveren. Het is niet weg te denken uit overleggen, teammeetings of bijeenkomsten. Voor de een is weerstand een gegeven waar gewoon mee moet worden omgegaan (iets wat je kunt ‘managen’ zelfs), voor de ander is weerstand een belemmering. Weerstand heeft hoe dan ook impact op zowel degene die weerstand voelt als op degene die weerstand bij een ander ervaart. Het kan aan beide kanten een blokkade veroorzaken. Door deze blokkades zijn we al snel geneigd om zwaar geschut in te zetten. We zetten dan de overtuiging in om ons gelijk te halen, vaker mét dan
zonder emoties. Deze overtuiging kan rare vormen aannemen. Bijvoorbeeld dat je eigenlijk wel weet dat je in de weerstand blijft zitten, maar niet meer weet waarom. Je blijft dan hangen in je emotie.
Weerstand bij jezelf is vaak maar moeilijk te herkennen
Weerstand bij jezelf is vaak maar moeilijk te herkennen. Door weerstand te uiten geven we onszelf de ruimte om onze mening te geven over iets of iemand. De zinnen die we dan gebruiken beginnen vaak met ‘ik ben het er niet mee eens, want ...’, ‘ik vind ...’ of ‘dat zeg je nu wel maar ...’. Dat doen we in gesprekken met elkaar, privé en zakelijk. Maar ook op grotere schaal, wanneer we het hebben over maatschappelijke problemen zoals armoede en klimaat. Zijn we daar – ondanks alle inspanningen en decennia van vergaderingen – een wezenlijke stap verder in gekomen? Waarom lukt het ons niet om iets te bereiken terwijl we allemaal hetzelfde willen? Ook dat komt vaak door weerstand. Alle reden dus om daar eens goed naar te kijken, zodat je het beter kunt herkennen. En nog belangrijker: er beter mee kunt omgaan.
Verschijningsvormen van weerstand
Openlijke weerstand
Dat merken we! Het is verbaal en zichtbaar aanwezig. Iedereen brengt dat op z’n eigen manier: met een harde stem of juist een zachte stem met veel emotie. Het kan ook gepaard gaan met driftige handbewegingen en een lichaamshouding die niet op ontvangen staat, door bijvoorbeeld de armen demonstratief over elkaar te doen.
Verborgen weerstand
En dat merken we evengoed! Let maar eens goed op kleine gezichtsuitdrukkingen, pfff-geluiden en passief gedrag. Als je die radar eenmaal hebt aanstaan, gaat er een wereld voor je open. Positief en negatief. Positief, omdat je het meer gaat herkennen. Tegelijkertijd zul je ervan balen, omdat je direct ziet dat het vaker voorkomt dan je denkt.
Verschillende soorten weerstand
Naast deze twee verschijningsvormen kun je ook nog verschillende soorten weerstanden onderscheiden.
Principe-weerstand
‘Ik ben het er gewoon niet mee eens. Punt.’ Dit is een intrinsieke persoonlijk gevoelde weerstand. Bijvoorbeeld gebaseerd op wat je ouders of opvoeders je geleerd hebben. Of wat jouw groep jou heeft geleerd over wat goed of slecht is, wat waar of niet waar is. Het is vaak moeilijk voor mensen om uit te leggen waarom ze het er niet mee eens zijn. Soms is dat niet eens duidelijk voor henzelf. Het ís gewoon zo. Standvastigheid speelt hierbij een belangrijke rol.
Relatie-weerstand
Dit is een weerstand gebaseerd op ervaringen uit het verleden met iemand (‘daar heb je hem weer’) of met de groep. Jij en ik zijn zeer goed in staat om wat anderen in het verleden hebben gezegd te onthouden en mee te laten wegen in de huidige dynamiek. We zijn vaak niet in staat om elkaar met een schone lei aan te horen en te benaderen.
Beeldvorming-weerstand
Een ongefundeerde weerstand op basis van aannames over een bepaalde situatie zonder dat hier een relatie aan ten grondslag ligt. Denk aan beeldvorming over gender of lhbti, gesluierde vrouwen, mensen die tegen Zwarte Piet zijn (of juist voor). De beeldvorming die hier optreedt is vaak ongefundeerd en wordt toegeschreven aan incidenten. Deze beeldvorming kan heel krachtig zijn en grote impact hebben.
Positie-weerstand
Dit is een status-weerstand, ofwel de weerstand geeft jou een bepaalde, relevante positie binnen de groep. Mensen doen soms een kosten-batenanalyse in een groepssituatie: watgaat weerstand mij opleveren in deze groep? Bevestigt het mijn senioriteit, anciënniteit, expertise? Maakt deze weerstand mij bijzonder? Het kan breder zijn dan alleen de normale weerstand, het kan ook door bijvoorbeeld te huilen en aandacht te vragen voor jouw weerstand op het onderwerp.
Niet-mijn-idee-weerstand
‘Het is niet mijn idee’ omdat je het niet zelf bedacht hebt. Tja, dit is wel een vaak voorkomende. We doen hier allemaal aan mee. Het is gewoon makkelijker om bij het begin van een denkpatroon mee te doen, dan om aan het einde alleen de oplossing te horen. Blijkbaar heeft ons brein vaak ook het pad naar de oplossing nodig om het te kunnen verwerken. En als ik het zelf bedenk dan ben ik per definitie erbij betrokken. Ons denkpatroon zit hier dus in de weg. ‘Ik zie gewoon niet hoe deze oplossing ...’ betekent vaak: ‘Omdat ik niet actief heb bijgedragen aan het formuleren van deze oplossing kan ik me er lastig mee verbinden.’
Geen-tijd-weerstand
Deze weerstand betekent meestal dat er geen ruimte in het hoofd meer vrij is om het idee te verwerken. ‘Ik heb het gewoon te druk en zie niet dat deze oplossing ...’ Vaak worden er andere zaken bijgehaald om de gevoelde weerstand te versterken.
Conformisme-weerstand
De groep heeft een weerstand en ik ga daarin mee. Dit kan op verschillende manieren gebeuren. Door bijvoorbeeld sterke individuele weerstand binnen de groep, die effect heeft op de rest van de groep. Ik pas mij dan als individu aan aan de sterke weerstand die in de groep leeft. Vanuit dit conformisme-principe nemen groepsleden die weerstand van elkaar over. Het afwijken van de heersende weerstand wordt vaak niet in dank afgenomen. Kreten als: “Vind jij dat ook niet?” en “Dat vind jij toch ook zeker?” vieren hier hoogtij en maken aanspraak op jouw rol in de groep. Dit is dus een normatieve, stilzwijgend opgelegde weerstand waar jij je bewust of onbewust aan aanpast.
Werkt-niet-weerstand
‘Dat hebben we al eerder geprobeerd en dat werkt niet.’ Bij bijna alles wat we doen en denken, grijpen we naar het verleden. Wat heb ik wél zien werken en wat niet? Bij oplossingen die geboden worden grijpen we vaak terug naar of we dit eerder of vergelijkbaar hebben gezien of meegemaakt. Het maakt onze hersenen niet zoveel uit wat de context precies is geweest, die kan zelfs behoorlijk verschillend zijn. Maar we trekken wel een vergelijking waarbij we de uitkomst extrapoleren naar de situatie nu. We noemen dat in de volksmond ‘leren van het verleden’, maar vaak is dit een ongefundeerde gevolgtrekking en maakt het ons ‘luie brein’ onbewust makkelijk om niet open te staan voor een nieuwe situatie.
Kont-tegen-de-krib-weerstand
Deze weerstand lijkt op het eerste gezicht veel op de principe-weerstand, maar schijn bedriegt. Dit zijn mensen die het niet uit principe doen, maar omdat ze overal tegen zijn. Tegen de overheid, de schoolleiding en de wethouder in de stad. Dit type weerstand komt vaak voort uit zelfbeschikking en individuele motieven.
Deze opsomming schetst zeker niet het totale beeld. Het wordt ook nog eens complexer omdat de verschillende soorten weerstand tegelijkertijd kunnen optreden. Combinaties zijn eerder regel dan uitzondering. Het lijkt alsof mensen deze vormen van weerstand heel bewust inzetten, maar dat is vaak niet het geval. Het is ons brein dat dit gedragspatroon laat zien, omdat dit gedrag vaak een gewoonte is die weinig extra inspanning kost. Openstaan voor ideeën, dus zonder weerstand naar een situatie kijken, kost veel meer energie. Weerstand kunnen herkennen is handig en effectief. In dialoog met iemand of met de groep is het slim om te weten hoe de weerstandskaarten zijn geschud. Door je ogen te openen en te letten op zichtbare en onzichtbare weerstand weet je ook hoe effectief jouw communicatie en die van anderen is.
Let eens op de non-verbale signalen en wees extra alert op de verbale onderbrekingen. Bijvoorbeeld: aan de gezichtsuitdrukking van Peter is duidelijk te merken dat hij het oneens is met het feit dat Elske doorgaat met haar betoog over de noodzaak van flexplekken. Verbaal onderbreekt hij haar constant. Hoe meer Elske Peter negeert, hoe meer de spanning bij de andere groepsleden toeneemt, waardoor de groep feitelijk tot stilstand komt. Hoe sneller Elske wil, hoe trager ze gaan. Benoem het feitelijke gedrag om dit te doorbreken: “Het valt mij op dat Peter Elske steeds onderbreekt. Wat is het effect van het onderbreken op ons als team? We maken even een rondje, laten we elkaar niet onderbreken.”